16-07-2024 / 20.00 uur
UTRECHT - Het Koninklijk rijtuig is op vrijdag 12 juli feestelijk overgedragen aan het Spoorwegmuseum. Wouter Koolmees, president-directeur van NS overhandigde samen met oud-machinist Geert Zinger (90) een pentekening en de sleutel van het rijtuig aan Leontien Lems, directeur-bestuurder van het Spoorwegmuseum. Het rijtuig is aan het einde van zijn levensduur en gaat met pensioen. Het krijgt een mooie plek in het Spoorwegmuseum zodat iedereen het kan bewonderen.

Wouter Koolmees, president-directeur NS: " Het Koninklijk rijtuig maakt vandaag in het Spoorwegmuseum zijn laatste stop.

Dat markeert met recht het einde van een tijdperk, al blijft de trein voor al onze dagelijkse reizigers een koninklijke manier van reizen. Wanneer leden van het Koninklijk Huis in de toekomst gebruik willen maken van onze treinen, dan heten wij hen uiteraard van harte welkom."

Medio vorig jaar is aangekondigd dat de Koninklijke trein met pensioen gaat, omdat de trein aan het einde van zijn levensduur is. Hiermee komt ook een einde aan de inzet van een speciaal Koninklijk rijtuig voor binnen- en buitenlandse reizen van de Koning en het vervoer van staatshoofden die ons land bezoeken.

Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima hebben tijdens het staatsbezoek aan België in juni vorig jaar voor het laatst gebruik gemaakt van de Koninklijke trein. Tijdens het staatsbezoek van België aan Nederland in 2016 hebben Koningin Máxima en Koningin Mathilde van België ook de Koninklijke trein genomen ter gelegenheid van de naderende opening van het toen volledig vernieuwde station Utrecht Centraal.

Historie
In 1839 ruim een week na de opening van de spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem, maakte toekomstig Koning Willem II samen met zijn gezin een ritje met de trein in het meest luxe rijtuig waarover de HSM beschikte, een zogeheten Berline. Sindsdien namen alle monarchen van ons Koninkrijk - inclusief troonopvolgster prinses Amalia - met regelmaat de trein.  De HSM bouwde in 1848 een Koninklijk rijtuig voor Willem II, terwijl de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij er twee voor Willem III bouwde in respectievelijk 1857 en 1861. 1864 werd de SR1, het eerste Salon Rijtuig gebouwd voor Anna Paulowna. Sinds die tijd werd met enige regelmaat het rijtuig ingewisseld voor een modernere versie. Begin jaren negentig moest het toenmalige Koninklijk rijtuig (SR9) worden vervangen. De opvolger van dit rijtuig (de SR10) werd toen ontworpen op basis van het bestaand Intercity Rijtuig 1e klasse.