In februari 2019 bestelde DB 23 ICE L-stammen en bijbehorende BR105 bij Talgo voor ongeveer 550 miljoen euro. In mei 2023 werd nog een bestelling gedaan van 56 stammen en locomotieven. Hiermee komt het totaal op 79 ICE-L-stammen en BR105-locomotieven te staan. DB gaat de ICE-L-stammen met een lengte van 17 rijtuigen inzetten. Hiermee zijn de stammen 235 meter lang. De rijtuigen hebben een gemiddelde lengte van 13,8 meter. Dit is bijna de helft van een normaal rijtuig, dat ongeveer 26 meter is. De treinen beschikken over 477 tweede klasse plaatsen en 85 eerste klas stoelen en een BordBistro. De rijtuigjes zijn onderling verbonden met een enkele as in plaats van een draaistel. Door geen draaistellen te gebruiken, beschikt de hele stam over een lage vloer. De L van ICE-L staat ook voor 'low floor'. Door geen draaistellen tussen de rijtuigen onderling te gebruiken, hebben de rijtuigen een erg hoge aslast van 21 ton. De BR105-locomotieven hebben ook een erg hoge aslast, namelijk van 22 ton. In Nederland mogen treinen tot een aslast van 20 ton zonder beperkingen rijden. Zowel de rijtuigen (aslast van 21 ton) als de locomotieven (aslast van 22 ton) van Talgo zitten daaroverheen. Hierdoor zullen de treinen dus mogelijk met een snelheidsbeperking in Nederland moeten rijden. Naast de hoge aslast hebben de rijtuigen ook een te laag rempercentage. Van soortgelijke rijtuigen van Talgo zijn klachten over de vering van de rijtuigen. Ook dit komt omdat de rijtuigen geen draaistellen hebben, waardoor de secundaire vering ontbreekt. Door de hoge aslast en het lage rempercentage heeft de toelating van de rijtuigen in Nederland wat uitdagingen.

Vanaf december 2023 zouden de rijtuigen tussen Amsterdam en Berlijn moeten rijden. Met hun maximale snelheid van 230 km/u zullen de ICE L-stammen de reistijd verkorten ten opzichte van de huidige treinen die maximaal 200 km/u mogen in Duitsland. Later gaan de stammen ook op andere ICE-verbindingen in Duitsland rijden. De indienststelling van de rijtuigen in december 2023 werd niet gehaald.

Op 2 februari 2025 kwamen de nieuwe Talgo ICE L-rijtuigen voor het eerst naar Nederland. De rijtuigen werden getrokken door de Vectron 6193 441. RailAdventure (moederbedrijf van Railexperts) huurt deze locomotief van European Locomotive Leasing (ELL). Het stuurstandrijtuig van de stam kan enkel in combinatie met Vectrons en de BR105-locomotieven, die Talgo later zal bouwen, rijden. De ICE L-stammen gaan in het begin rijden met Vectron-locomotieven van Siemens. Later zullen de door Talgo gebouwde BR105-locomotieven in dienst komen. Voor de toelatingstesten bestaat de stam uit 21 rijtuigjes. Dit is de maximale lengte waarmee de ICE-L-rijtuigen toegelaten gaan worden. Na een aantal statische testen in Nederland vertrokken de Vectron en de rijtuigen drieënhalve week later, op 26 februari, weer terug naar Duitsland. Op 18 mei 2025 kwam de RailAdventure 6193 441 nieuwe Talgo ICE L-stam voor de tweede keer naar Nederland om de toelatingstesten te hervatten. Een week later, op 25 mei, vertrokken de rijtuigen en de Vectron weer terug naar Duitsland.

Wanneer de nieuwe ICE-L-stammen tussen Amsterdam en Berlijn ingezet gaan worden is onbekend. Zoals het er nu naar uitziet, zullen de eerste stammen medio 2026 naar Berlijn rijden. Vanwege de leveringsproblemen met de Talgo-treinen zal vanaf 24 september 2025 de eerste ICE 3 Neo van Siemens op de treindienst tussen Amsterdam en Berlijn gaan rijden. Vanaf 1 november zijn de oude rijtuigen compleet vervangen. Deze treinen hebben echter wel slechts 439 zitplaatsen in plaats van de ongeveer 600 plaatsen die de huidige rijtuigen hebben. Vanwege de leveringsproblemen bij Talgo is DB begin juni 2025 in onderhandeling gegaan om het aantal bestelde ICE-L-stammen en BR105-locomotieven te verlagen van 79 naar 60.