In 1917 werd de stoomloc gebouwd door V & M Falun in Zweden. Een jaar later werd de loc geleverd aan de Göteborg - Borås Järnvägen (GBJ). De stoomlocomotief kreeg daar het nummer 23. Tot 1954 heeft de stoomloc reizigers- en goederentreinen vervoerd door het gebergte van zuidwest Zweden. Een bijzondere taak van de stoomloc waren de lange skitreinen die naar de bergen reden. In 1937 werd de loc overgenomen door de Borås–Alvesta Järnväg (BAJ), de loc behield het nummer 23. Drie jaar later, in 1940, ging de stoomloc over naar de Statens Järnvägar (SJ). Daar kreeg de stoomloc het nummer 1611. Wegens het tekort aan kolen is de loc in 1942 omgebouwd om op hout gestookt te kunnen worden. Na haar actieve dienst belande de loc in 1957 in de strategische reserve van Zweden. De loc werd goed onderhouden. Als er oorlog uit zal breken zal de 1611, en vele andere stoomlocomotieven, snel kunnen worden ingezet. Gelukkig brak er geen oorlog uit en in 1972 werd de locomotief verkocht aan de Zweedse Helsingborgs Veteranjärnväg (HVJ) in Billesholm. In 1984 is de stoomloc buitendienst gesteld. In 1993 is de loc verkocht aan een Duitse museumspoorlijjn Kappeln Suderbrarub. Negen jaar later nam de STAR de Zweedse locomotief over.