Aan het begin van de jaren '50 liet de Britisch Rail zeven locomotieven van het type Class EM2 bouwen. De locs werden ingezet op de enige spoorlijn in het Verenigd Koninkrijk met 1.500 kV spanning op de bovenleiding, de spoorlijn tussen Manchster en Sheffield, de Woodheadlijn. De locomotieven kregen de nummers 27000 t/m 27006 en ze kwamen in 1954 in dienst. De locs kregen een zwarte kleurstelling met rode accenten. Vier jaar later kregen de locomotieven een groene kleur, een gele voor- en achterkant en een wit dak. In het begin van 1970 werd het personenvervoer op de Woodheadlijn gestaakt, vanaf september 1968 stonden de locomotieven echter al terzijde en te koop.

Op het oog van Spoorslag '70 is NS op zoek naar nieuwe locomotieven om reizigers- en goederentreinen te rijden die op korte termijn in dienst genomen kunnen worden. Er wordt in 1969 gekozen om de zeven Class EM2 locomotieven van Britisch Rail over te nemen. De zeven locomotieven werden per boot naar Zeebrugge (B) gebracht. In september zijn de locomotieven naar Tilburg gebracht om gereed te maken voor de treindiensten in Nederland. De 27005 werd gebruikt als onderdelenleveranvier en is in 1970 gesloopt. De andere zes locomotieven kregen ATB, en vele nieuwe onderdelen zoals stroomafnemers, remsystemen en nog meer. Tevens werd de stuurtafel van links naar rechts verplaatst. Ook kregen de locomotieven als eerste elektrische locomotieven in Nederland de nieuwe geel-grijze kleurstelling van NS. In mei 1970 kwam de 27003 als 1501 als eerste in dienst. Tussen oktober 1970 en juni 1971 kwamen de andere locs onder de nummers 1502 t/m 1506 op de baan. De locomotieven reden voornamelijk intercity treinen tussen Rotterdam / Den Haag naar Venlo. De locs reden ook enkele goederentreinen, boottrienen vanuit Hoek van Holland en autoslaaptreinen vanaf Den Bosch. In 1981 kwam de eerste locomotief van de serie 1600 in dienst bij de NS. Deze sterke locomotievenserie, bestaande uit 58 locs, zijn geschikt voor reizigers- en goederenvervoer vervingen onder andere de 1500'en. In 1984 en 1985 werden allebei de jaren een 1500 buitendienst gesteld. In 1986 volgde de laatste vier 1500'en, inclusief de 1501. De 1502 en de 1505 keerden als museumlocs terug naar Engeland en de 1501 bleef in Nederland bewaard.

In 1986 richtte Haagse en Rotterdamse machinisten Werkgroep Loc 1501 op om de gelijknamige loc te behouden. Later zijn ook andere locomotieven aan de collectie toegevoed. De werkgroep veranderde de naam in Stichting Klassieke Locomotieven. In 1990 is de 1501 weer rijvaardig en reed jarenlang ritten voor de stichting. Wegens het tien jarig bestaan van de stichting is de 1501 in de oorspronkelijke zwarte kleuren terug. De loc kreeg ook de naamplaat Diana terug. Vier jaar later kreeg de loc weer de NS-kleuren terug. Vanaf eind 2007 is de loc niet meer inzetbaar en werd opgeborgen in Blerick. De loc is op het dak na in een goede staat. Op 12 juni 2020 was het vijtig jaar geleden dat de eerste locomotief van de 1500 serie bij NS in diest kwam. Om dit gedenkwaardig jubileum onder de aandacht te brengen is de 1501 op 1 juli overgebracht naar het Spoorwegmuseum in Utrecht en wordt daar enige tijd geëxposeerd. Op 17 juni 2021 werd bekendgemaakt dat het Spoorwegmuseum de 1501 op 1 juni heeft overgenomen van Werkgroep 1501.

De NS 1501 heeft vanwege haar cultuurhistorische waarde de B-status toegekend gekregen binnen het Nationaal Register Railerfgoed.