![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
Eerste Drentsche Stoomtramweg-Maatschappij 85 (uit 1930)
|
||||||||||
Info over de goederenwagon: |
|||||||||||
In 1930 werd de goederenwagon E61 door de Noord-Nederlandsche Machinefabriek gebouwd voor de Eerste Drentsche Stoomtramweg-Maatschappij (EDS). De EDS was, zoals de naam doet vermoeden, de eerste stoomtrammaatschappij gevestigd in Drenthe. Zij hebben echter niet de eerste stoomtramlijn in Drenthe aangelegd. De Dedemsvaartsche Stoomtramweg-Maatschappij (DSM), gevestigd in het Overijsselse Dedemsvaart, nam in 1897 de stoomtramlijn Lutten - Coevorden in gebruik. In 1903 reed de EDS haar eerste stoomtrams over de spoorlijn Nieuw-Amsterdam - Hoogeveen. Beide tramlijnen zijn gebouwd met een spoorbreedte van 1067 mm, in plaats van 'normaalspoor' 1435 mm. Later breidden beide bedrijven hun tramnetwerken verder uit. De E61 werd ook gebouwd om op een spoorbreedte van 1067 mm te rijden. In 1938 vernummerde EDS al haar goederenwagons en kreeg de E61 het nummer 85. In de jaren '30 ging het vanwege de concurrentie met het wegverkeer erg slecht met de lokaalspoorlijnen en interlokale tramlijnen in Nederland. Na de Eerste Wereldoorlog reden de eerste bussen in Nederland, die fel concurreerden met de trams. Naast bussen waren personenauto's, fietsen en vrachtwagens in opkomst en wonnen ze steeds meer terrein van het spoor. Trambedrijven waren sinds de Eerste Wereldoorlog bezig om stoomlocomotieven te vervangen door goedkopere benzine-, diesel- of elektrische trams om beter te kunnen concurreren. In de jaren '30 stapten veel trambedrijven over op nieuwe bussen of gingen ze failliet. Doordat veel bedrijven het financieel niet meer redde, besloten ze samen te voegen tot grotere bedrijven. In de jaren '30 sloten door heel Nederland veel lokaalspoorlijnen en interlokale tramlijnen. Tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog beleefden de (stoom)trams, door de schaarste aan olie en benzine, een korte opleving. De tramlijnen sloten echter na de oorlog voor het reizigersvervoer. Een deel van de tramlijnen (met een spoorbreedte van 1435 mm 'normaalspoor') werd door de Nederlandsche Spoorwegen overgenomen. De NS reed tot in de jaren '60 en '70 met goederenvervoer over de spoorlijnen. Later werden deze lijnen toch gesloten door de concurrentie met de vrachtwagen of het wegvallen van het vervoer. De 85 werd net na de Tweede Wereldoorlog in 1948 door EDS verkocht aan Simons Metaalhandel. Bij Simons Metaalhandel diende de wagon als schuur. De wagon werd in 1971 verkocht aan het Veenmuseum 'Oale Compas'. Hier kreeg de wagon een functie als opslaghok. De Museumspoorlijn STAR werd in 1994 de nieuwe eigenaar van de wagon. Hun gebruikten de wagon als verkoopkiosk. Een jaar later veranderde de wagon weer van eigenaar. Hij werd met de Gelderse Smalspoor Stichting (GSS) geruild tegen een NS-goederenwagon. In 1996 kreeg de Museumstoomtram Hoorn - Medemblik (SHM) de wagon in eigendom. Hun ruilde de wagon tegen een postwagen met de GSS. De SHM liet de wagon dat jaar overbrengen naar de opslag bij Corus in Beverwijk. Drie jaar later werd de wagon in 1999 overgebracht naar Zwaag. De SHM begon in 2003 aan de restauratie van de wagon om hem weer terug te brengen als de EDS 85. Tijdens de restauratie werd de 85 voorzien van assen om op een spoorbreedte van 1435 mm te rijden, in tegenstelling tot 1067 mm waar de wagon altijd op heeft gereden. In 2004 werd de restauratie afgerond en de EDS 85 werd weer in dienst genomen. De EDS 85 heeft vanwege haar cultuurhistorische waarde de hoogste A-status toegekend gekregen binnen het Nationaal Register Railerfgoed. De EDS 85 is het enige spoorvoertuig dat is bewaard gebleven van de Eerste Drentsche Stoomtramweg-Maatschappij. |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
De EDS 85 rijdt mee in de goederentrams. Bello Festival 2025, 5 juli 2025. © TreinenInNederland.nl |
|||||||||||